De lobbyist.
1.
Waar blijft hij nou mompel ik, en kijk op mijn Breitling en zie dat hij mij al meer dan een half uur laat wachten. Klootzak denk ik als ik nog een sigaret op steek en het lege pakje in een propje knijp. Ik heb zo een afspraak met de wethouder van de gemeente raad en dit is een grote zaak die ik niet mag verpesten. Het is al 22:30 en ik moet zo echt weg want ik mag die afspraak echt niet missen. En ik voel mij een beetje gevangen in een slechte film vanwege sommige beslissingen die ik heb genomen. Het zware gordijn voor de deur word opzij geschoven en zie dat mij dealer net de bar is ingekomen, en hij in de rondte kijkt of hij mij kan vinden. We maken oogcontact en hij komt naar achterkant van de bar waar ik in een nisje aan een tafeltje zit. Hij was nogal overtuigen dat ik perse op hem moest blijven wachten toen ik hem belde voor een bestelling. En dit keer is het niet alleen van mij maar ook van iemand anders. Ik zou voor mezelf nooit zoveel bestellen en dat weet hij natuurlijk ook.
2.
Zijn blik is boosaardig als hij naast mij in plaats van tegenover mij komt zitten. “hey” stotter ik een beetje ongelukkig omdat ik hem niet helemaal goed kan aankijken. Hmm hoor ik naast mij, om verder te horen dat hij de deur in de gaten moet blijven houden terwijl hij met mij wilde praten. Voor wie is die grote bestelling zegt hij terwijl hij met 2 grote boze blauwe ogen in de mijne kijkt. Euh euh stotter ik weer, euh ik heb het geld bij me. Daar gaat het niet om want ik krijg nog 3 duizend van jou, en als ik dacht dat jij nu geen geld bij jou had was ik hier niet. Nee nee zeg ik tegen mijn dealer die 3 duizend heb ik ook bij mij. Dat weet ik gromde hij, voor wie is het. Euh euh dat kan ik eigenlijk niet zeggen joh dat begrijp jij toch wel, probeer ik hem overtuigen. Ik voel een koude rilling door mijn ruggengraad als hij zich langzaam omdraait en een hand tegen mijn keel duwt en begint te knijpen. “Voor wie is het” gromt hij tussen zijn strak geperste kaken. Ik begin lichtjes in paniek te raken en voel dat hij zo hard knijpt, dat mijn slagaders aan beide kanten van mijn nek geen toevoer van bloed meer krijgen. Oke oke oke sputter ik er uit en krijg weer een beetje lucht, oke oke.
3.
Laatste keer wie is het snauwt hij, de wethouder zucht ik, de wethouder. Mijn hoofd hangt op mijn knieën, hij is 1,85 en bijna 100kg en vol met de steroïden, en hij krijgt nog geld van mij. Hij duwt een zak in mijn zij, en ik pak de envelop met geld uit mijn binnen zak. Bedankt fluistert ik terwijl hij opstaat om weg te lopen. Hij draait zich om en ik zie dat zijn gezicht nu totaal anders staat. Met een grote grijns zegt hij “een fijne avond vriend” en knipoogt naar mij als hij de bar verlaat. Jezus een totaal andere vent, vreemd. Ik moet opschieten als ik niet te laat wil komen en gooi mijn glas leeg. Ik doe de zak in mijn akte tas en haast mij naar het hotel waar ik mijn afspraak met de wethouder heb. Dit is mijn kans om hogerop te komen in mijn werk als lobbyist. Hierna kan ik naar Den Haag voor het echte grote geld, en vandaar naar Brussel. Als ik deze opdracht voor die aannemer kan regelen via de wethouder, dan ga ik landelijk. Ik stap de lift in en druk op de knop voor het penthouse suite van het hotel. Ik hoor het belletje van de lift als hij stopt op de 8ste etage, en kijk verschrikt als de deuren open schuiven.
4.
4 schaars geklede vrouwen lopen druk pratend de lift in, als ik mij in de hoek van de lift druk. Ik heb het gevoel dat ik ze eerder heb gezien denk ik, terwijl de lift de weg naar het penthouse vervolgt. “ping” op dat feest van, de deuren schuiven open van de laatste etage. Dat feest waar mijn dealer ook was met die Hagenezen en paaldanseressen drugs en hoeren. Kut het lijkt wel of die gozer overal aanwezig is. De deur van het penthouse staat open en we lopen alle 5 naar binnen waar er druk gepraat word. De vrouwen verspreiden zich over de verschillende gasten, en ik kijk of ik de wethouder kan vinden. Overdreven hard gelach uit de keuken trekt mijn aandacht. En voordat ik daar naar toe kan gaan, word ik door een hand aan mijn schouder tegen gehouden. Daar ben je eindelijk hoor ik van achter mij vandaan, en de reden waarom ik hier ben is meteen weer duidelijk. Wethouder zeg ik en draai me om met de grootste smile, Wethouder hoe gaat het. Goed goed heb je het bij je heb je het bij je herhaalt hij zenuwachtig en bezweet. Ja ja rustig ik heb het en steek hem de rest van de zak nadat ik mijn deel eruit gehaald had. Hier is het, ik heb het in jou zak gestopt, en druk tegen zijn zij aan.
5.
Mooi mooi man dan praten we straks wel over de papieren, ik moet nou even met een paar mensen kennis maken. Hij draait naar een groepje mensen waar 2 van de eerdere vrouwen die met mij in de lift waren ook bijstaan. Als een kind zo blij met zijn handen omhoog loopt de jonge Wethouder naar het groepje, en trekt 1 van de vrouwen aan haar arm mee naar een kamer achter in het penthouse. De vrouw kijkt naar een reus van een vent, en hij geeft een goedkeurend knikje, waarna zij giechelend met de Wethouder mee loopt. Kut denk ik opeens dat is die vent waar…. Dat is die pooier die zijn vriendin en schoonmoeder beschoten heeft, en nu alweer vrij is. Ik kijk rond en zie bij de grote tafel de grote aannemer zijn zoon en een bekende BV constructie adviseur. Als vanavond lukt, als vanavond lukt dan komt alles goed denk ik en loop richting de grote tafel. Heeey roept de zoon van de plaatselijke aannemer, heeey daar hebben we de star lobbyist van de regio. Goed geregeld man goed geregeld, en daarom hebben we een verrassing voor jou in dat kamertje daar. En hij wijst richting de kamer waar de wethouder net naar binnen is gegaan.
6.
In de kamer van de Wethouder zeg ik verbaast, nee superster in de kamer ernaast. Toch niet een hoe…. En stop mezelf hoer te zeggen. Ik ben toch net getrouwd man stotter ik half tegen iedereen aan de grote tafel. Wat hier gebeurt blijft hier, we zijn allemaal volwassen toch, vraagt de aannemer zonder mij aan te kijken. Een grote hand op mijn schouder dwingt mij om me om te draaien. Het is die reus die naar die vrouw knikte, kut ik ben zijn naam vergeten schiet door mijn gedachten. Ga maar jongen ik heb gehoord van, en hij fluisterde de naam van mijn dealer in mijn oor. Ik heb gehoord dat jij de nieuwe wonder jongen van Den Haag gaat worden. Nou nou probeer ik tegen te sputteren, en voel dat zijn hand mij richting het kamertje duwt. Een beetje geforceerd en met een lichte paniek ga ik langzaam richting het kamertje en kijk nog eens om als ik bij de deur ben. De hele kamer kijkt naar mij en juicht als ik de deur open en aanstalten maak om naar binnen te gaan. Het is erg donker als ik binnen ben en heb moeite mijn ogen te laten wennen, als ik een stem van mijn linker kant hoor fluisteren ”kom maar hier jongeman” Mijn benen raken de ijzeren rand van het bed aan en ik voel een warme hand de mijne pakken.
Het is 1997 een stad vlak bij de kust in zuid Holland.
